meester Henk
 
(Advertentie)
(Advertentie)
Volg de link voor meer interactiviteit
Woordzoeker moeilijkste spellingwoorden
De puzzel is op A4 af te drukken. Eerst vergroten en dan opslaan.
(Advertentie)
(Advertentie)

Spaties en streepjes | negentienhonderd

Wanneer letters, wanneer cijfers?

Getallen worden in zinnen vaak als tekst uitgeschreven. Het is gebruikelijk om de volgende getallen als tekst te schrijven:

  • 0 t/m 20
    nul, een, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf, dertien, veertien, vijftien, zestien, zeventien, achttien, negentien, twintig
     
  • alle hele tientallen t/m 100
    tien, twintig, dertig, veertig, vijftig, zestig, zeventig, tachtig, negentig, honderd
     
  • alle hele honderdtallen t/m 1000
    honderd, tweehonderd, driehonderd, vierhonderd, vijfhonderd, zeshonderd, zevenhonderd, achthonderd, negenhonderd, duizend
     
  • alle hele duizendtallen t/m 10.000
    duizend, tweeduizend, drieduizend, vierduizend, vijfduizend, zesduizend, zevenduizend, achtduizend, negenduizend, tienduizend
     
  • de ronde getallen 1000, 1.000.000, 1.000.000.000
    duizend, miljoen, miljard

Andere getallen worden meestal in cijfers geschreven: 24, 312, enzovoort.

 

 

Uitzonderingen

Soms worden getallen uit bovenstaande groep toch in cijfers geschreven, zoals bij de exacte waarden in jaartallen, temperatuur, gewicht, geld, snelheid:

  • het jaar 2000,
  • 12 ºC,
  • 80 km/u,
  • 50,-.  

 

Als in dezelfde zin al getallen in cijfers geschreven worden, staat het netter om alle getallen gelijk te behandelen:

  • Er doen 36 zwemmers en 15 hardlopers mee aan de sportdag.

 

Soms wordt een groot getal helemaal in letters geschreven, bijvoorbeeld in officiële stukken van een notaris:

  • honderdtweeëndertigduizend vijfhonderdvijfenzeventig

 

Soms worden getallen gedeeltelijk in cijfers geschreven:

  • 26 duizend mensen
  • 3,8 miljoen euro

Rangtelwoorden (zoals eerste, tiende, zevenentwintigste) worden vaak ook gedeeltelijk in cijfers geschreven. Je schrijft het achtervoegsel -e, -de, -ste aan het getal vast, zonder apostrof en zonder koppelteken.

  • 27ste verjaardag
  • 25000ste bezoeker

Getallen in combinatie met woorden die een eigen betekenis hebben, krijgen een koppelteken:

  • 36-urige werkweek
  • 90-jarig bestaan

Verkleinwoorden van woorden die op een cijfer eindigen, krijgen een apostrof:

 

 

Hoe schrijf je getallen in letters, wanneer gebruik je spaties?

Je mag getallen ook helemaal als tekst uitschrijven. Het Groene Boekje zegt dat je dan alles aan elkaar vast moet schrijven, met een paar uitzonderingen:

  • Gebruik een spatie na het woord duizend.
    415.618 = vierhonderdvijftienduizend zeshonderdachttien
     
  • Schrijf de woorden miljoen, miljard enz. los:
    16.415.618 = zestien miljoen vierhonderdvijftienduizend zeshonderdachttien
     
  • Gebruik een trema waar dat nodig is om na "twee" of "drie" een e als aparte klank te markeren:
    322 = driehonderdtweeëntwintig

 

(Advertentie)
spaties en streepjes / jip-en-janneke taal

Spaties en streepjes | jip-en-janneketaal

Koppeltekens worden op verschillende manieren gebruikt.

 

Gemeenschappelijk woorddeel weglaten

Als je twee samengestelde woorden hebt met "en" of "of" ertussen en een deel van deze woorden is hetzelfde, kun je zo'n woorddeel vervangen door een streepje:

  • zon- en feestdagen (= zondagen en feestdagen)
  • maandagmiddag of -avond ( = maandagmiddag of maandagavond)

Meer hierover op de pagina zon- en feestdagen.

 

 

Vaste combinatie van woorden

Als de combinatie van woorden in z'n geheel een begrip is, worden alle woorden met koppeltekens verbonden. Bijvoorbeeld "jip-en-janneketaal". Het is iets anders dan het geval hierboven, want het betekent niet "jiptaal en janneketaal". De volgende voorbeelden zijn verdeeld in twee groepen:

 

Woorden die altijd op dezelfde manier in een groepje worden gebruikt om het laatste deel van het woord nader te omschrijven:

  • gooi-en-smijtwerk (een ruwe manier van werken)
  • hang-en-sluitwerk (een bepaald soort ijzerwerk)
  • hans-en-grietjehuis (een bepaald soort huis)
  • huis-aan-huisblad (blad dat aan elk huis bezorgd wordt)
  • jeu-de-boulesbaan (een bepaald soort speelbaan)
  • jip-en-janneketaal (een bepaald soort taalgebruik)
  • kat-en-muisspel (een bepaald soort spel)
  • kip-of-eivraag (een bepaald soort vraag)
  • lach-of-ik-schietshow (een bepaald soort show)
  • mond-en-klauwzeer (een bepaald soort ziekte)

  • mond-op-mondbeademing (een bepaald soort beademing)
  • mond-tot-mondreclame (een bepaald soort reclame)
  • nek-aan-nekrace (een bepaald soort race)
  • normen-en-waardendebat (een bepaald soort debat)
  • ot-en-sienkleding (een bepaald soort kleding)
  • peper-en-zoutstel (een bepaald setje servies)
  • poep-en-pieshumor (een bepaald soort humor)

 

Woorden die altijd op dezelfde manier in een groepje bij elkaar horen en samen een betekenis hebben:

  • boter-kaas-en-eieren
  • diefje-met-verlos
  • doe-het-zelver
  • een-twee-drie
  • fish-and-chips
  • haantje-de-voorste
  • haastje-repje
  • half-en-half
  • half-om-half
  • (het) heen-en-weer (krijgen)
  • hink-stap-sprong
  • huisje-boompje-beestje
  • jantje-van-leiden
  • jan-van-gent
  • jeu-de-boulen
  • kant-en-klaar
  • klip-en-klaar
  • koek-en-zopie
  • kop-van-jut (kermisattractie)
  • kruidje-roer-mij-niet
  • lul-de-behanger
  • mens-erger-je-niet
  • op-en-top
  • paard-en-wagen
  • pijl-en-boog
  • staakt-het-vuren
  • strijk-en-zet
  • tafeltje-dek-je
  • uit-en-ter-na
  • uit-en-te-na
  • up-to-date
  • voor-de-gek-houderij

 

Uitzonderingen

Geen streepjes, maar spaties in deze bijzondere gevallen:

  • spic en span
  • kop van Jut (zondebok, niet de kermisattractie)
  • pais en vree

 






Verkleinwoorden

Meestal geldt: voeg je of tje toe aan het woord. Als de uitspraak dan niet verandert, hoef je niets extra's toe te voegen:

  • cakeje
  • etalagetje
  • knietje
  • trucje
  • websiteje (ziet er vreemd uit, maar is wel goed)

Er zijn een paar uitzonderingen op deze regel. Die worden hieronder beschreven.

 

 

Woorden die eindigen op een -m krijgen meestal -pje erbij:

  • museum - museumpje
  • raam - raampje
  • riem - riempje
  • rijm - rijmpje
  • schuim - schuimpje
  • zalm - zalmpje
  • zeem - zeempje
  • bloem - bloempje (maar bloemetje kan ook)

 

Woorden die eindigen op een -m, met een korte klinker ervoor, krijgen vaak -metje erbij:

  • kam - kammetje
  • lam - lammetje
  • stem - stemmetje
  • tram - trammetje
  • bom - bommetje
  • schim - schimmetje

 

Woorden die eindigen op een lang klinkende a, o, e, u krijgen een extra klinker als de eindklinker een andere uitspraak zou krijgen. Ook als een lettergreep niet de klemtoon heeft, kan een klank wel lang zijn (de o van auto, de a van schema, de u van accu zijn allemaal lange klanken aan het eind van de lettergreep). Dit gebeurt met het verkleinwoord van dergelijke woorden:

  • auto - autootje
  • la - laatje 
  • pagina - paginaatje
  • paraplu - parapluutje
  • schema - schemaatje
  • sla - slaatje

Maar als je deze woorden zou afbreken aan het eind van een regel (wat we niet aanraden omdat dat lelijk staat), verdwijnt de tweede klinker weer: auto-tje, pagina-tje, paraplu-tje. In het Groene Boekje zie je de afbreekschrijfwijze tussen vierkante haken staan, in Van Dale wordt dit getoond met puntjes tussen de lettergrepen.

 

 

Als het woord op é eindigt, verdwijnt het accent en wordt de e verdubbeld:

  • café - cafeetje
  • saté - sateetje

Maar als je deze woorden zou afbreken aan het eind van een regel (wat we niet aanraden omdat dat lelijk staat), komt het accent weer terug: café-tje, saté-tje. In het Groene Boekje zie je de afbreekschrijfwijze tussen vierkante haken staan, in Van Dale wordt dit getoond met puntjes tussen de lettergrepen.

 

 

Als het woord op i eindigt, komt er een extra e:

  • ski - skietje

Maar als je dit woord zou afbreken aan het eind van een regel (wat we niet aanraden omdat dat lelijk staat), verdwijnt de e weer: ski-tje. In het Groene Boekje zie je de afbreekschrijfwijze tussen vierkante haken staan, in Van Dale wordt dit getoond met puntjes tussen de lettergrepen.

 

 

Als het woord op een y eindigt, gebruik je een apostrof: 

  • baby - baby'tje
  • lolly - lolly'tje

 

Als het woord een afkorting is of cijfers bevat, gebruik je een apostrof: 

  • A4'tje
  • cd'tje
  • gsm'etje (nu geen extra M, want die is voor de uitspraak niet nodig)
  • sms'je
  • wc'tje

 

 



Weetwoorden | alcohol en karamel

Hieronder staan enkele alledaagse woorden waarbij je kunt twijfelen tussen een C of K.

 

abstract

academie

accent

accommodatie

accordeon

accorderen

accu

acteren

actie

acupunctuur

acuut

akkoord

akoestisch

akte

alcohol

 

bioscoop

biscuitje

 

cabriolet
cadans
cadeau
caissière (of kassière)
caleidoscoop

cappuccino
carnaval
carnivoor
carrousel
catalogus
catastrofe

catechese

catechisatie

circus

clichématig

college

column
comité

commercieel

commerciële

commissaris

commissie

communicatie

conciërge

conclusie

consciëntieus

contact

continu

contreien

controle

correct

correctie

croquet (spel)

cryptisch

curriculum vitae

cyclaam

cycloon
 

decolleté

dictee
direct

directie

discman

discussie

diskdrive

diskjockey

 

eczeem

elektriciteit

elektrisch

elektromotor

elektronica

elektronisch

 

factor

factuur

fotokopie

functie

 

hectisch

helikopter

hoofdredacteur
horoscoop

 

icoon

informatica

insect

instinct

instructie

intact

 

judoka

 

kakofonie
kameleon
kandij

kannibaal

kantine

karamel

karikatuur

kasseien
kassière (of caissière)
katalysator
kathedraal
katholiek

kilocalorieën

kleptomaan

klinisch

koerier

kopie (van origineel)

kopiëren

kopij (aan redactie)

kordaat
koteletten

krokant

kroket (snack)

krokus

kubieke

kwalificatie

kwitantie

  

laconiek

locatie

locoburgemeester

logica

lokaal

lokaliseren

lucratief

lukraak
 

macaber

macaroni

macrobiotisch

Marokkanen

 

octopus

oktober

 

practicum

praktisch

product

project
 

reactie

reclame

reclameren

redactie

 

scepter

sceptisch

spectaculair
spektakel
succes

 

tractor

trakteren

 

vakantie

 

(Advertentie)
(Advertentie)

s aan de naam vast

Als de slotklank van de naam er geen last van heeft, schrijf je de s er gewoon aan vast:

  • het huis van Henk - Henks huis
  • de tas van Ruud - Ruuds tas
  • de auto van René - Renés auto
  • de trui van Hennie - Hennies trui

Tegenwoordig wordt bij sommige van bovenstaande namen een tussengevoegde apostrof ook wel eens toegestaan (in de zogeheten witte spelling): Henk's, Ruud's, maar bij Beter Spellen wordt het beste antwoord gevraagd en dan zit in bovenstaande gevallen de S aan de naam vast.

 

Ook als een (vaak Franse) naam op een niet-uitgesproken x of z eindigt, schrijf je een s aan het woord vast:

  • de wijngaarden van Bordeaux - Bordeauxs wijngaarden
  • het huis van Dutroux - Dutrouxs huis
  • het klimaat van Saint-Tropez - Saint-Tropezs klimaat

 

apostrof + s achter de naam

Als de naam eindigt op een klinker waarvan de klank zou veranderen als je er een S aan vastplakt, gebruik je een apostrof:

  • het boek van Anja - Anja's boek
  • het haar van Romy - Romy's haar

Als de naam een afkorting is, gebruik je ook een apostrof:

  • het kabinet van JP - JP's kabinet

 

Alleen apostrof, geen s

Als de naam eindigt op een S of een andere hoorbare s-klank, zet je alleen een apostrof achter de naam.

  • de fiets van Kees - Kees' fiets
  • het gezicht van Truus - Truus' gezicht
  • het beleid van Fernandez - Fernandez' beleid
  • de pen van George - George' pen
  • de hand van Lex - Lex' hand

Dit geldt ook voor Franse namen die eindigen op een s die niet wordt uitgesproken:

  • de maagd van Orléans - Orléans' maagd
  • de boot van Calais - Calais' boot

 

Ik en mij

De woorden ik en mij worden nog wel eens met elkaar verward. Vooral in zinnen als deze:

  • Hans loopt even hard als ..... (ik / mij).
  • Laura heeft een mooiere stem dan ..... (ik / mij).
  • De muggen hebben Fred erger gebeten dan ..... (ik / mij).

Het bijzondere aan deze zinnen is, dat je er nog een paar woorden bij kunt plakken, waardoor het allemaal duidelijker wordt. Kijk naar de schuingedrukte woorden.

  • Hans loopt even hard als ik loop.
  • Laura heeft een mooiere stem dan ik heb.
  • De muggen hebben Fred erger gebeten dan de muggen mij gebeten hebben.

Bij twijfel kun je de zin aanvullen met woorden die in het eerste deel van de zin al werden gebruikt. Je ziet dan welke rol ik of mij heeft en dan is het waarschijnlijk niet meer zo moeilijk.

 

 

Wij en ons

Hetzelfde geldt voor de woorden wij en ons:

  • Zij waren eerder bij de eindstreep dan .... (wij / ons).
  • Sinterklaas geeft aan de buren even veel cadeaus als ..... (wij / ons).

Vul de zinnen aan met een paar woorden en je ziet wat het beste antwoord is:

  • Zij waren eerder bij de eindstreep dan wij bij de eindstreep waren.
  • Sinterklaas geeft aan de buren even veel cadeaus als hij aan ons geeft.
    of het minder logische:
    Sinterklaas geeft aan de buren even veel cadeaus als wij aan de buren geven.

 

Jij en jou

Nog zo'n tweetal: de woorden jij en jou:

  • Ik geef meer geld uit dan ..... (jij / jou).
  • De agent geeft Henk een hogere bekeuring dan ..... (jij / jou).
  • Je zusje praat vriendelijker dan ..... (jij / jou).

Maak de zin langer met woorden uit het begin van de zin en je ziet het:

  • Ik geef meer geld uit dan jij uitgeeft.
  • De agent geeft Henk een hogere bekeuring dan de bekeuring die de agent jou geeft.
  • Je zusje praat vriendelijker dan jij praat.

 

Nog meer tweetallen

Hierboven staan nu genoeg voorbeelden om hetzelfde kunstje te kunnen toepassen op:

  • hij / hem
  • zij / haar
  • zij / hen (hun)  -  zie ook de pagina over hen of hun

 

In combinatie met DAN en ALS

Bovenstaande voorbeelden zijn vaak dubbele struikelblokken: je moet ook kiezen tussen dan en als:

  • Ik heb meer knikkers dan jij. (en niet: als jou)
  • Hij loopt even snel als ik. (en niet: dan mij)